Paardenstaart (geslacht)
De paardenstaarten behoren tot de Pteridophyta (varens). Zij waren een van de belangrijkste plantengroepen in het paleozoïcum. Ze komen voor in de steenkoollagen van het Carboon, en sommige waren bomen die tot 30 meter hoog konden worden. De groep is nu bijna uitgestorven, maar één geslacht overleeft. Het zijn vasculaire planten die zich voortplanten door sporen en niet door zaden. De naam heermoes is ontstaan omdat de vertakte soorten enigszins op een paardenstaart lijken.
Equisetum
Equisetum is het enige nog levende geslacht van de paardenstaarten. De naam Equisetum komt uit het Latijn (equus = paard; en seta = borstel). Het geslacht omvat 15 soorten. Paardenstaarten komen voor op alle continenten behalve Australazië en Antarctica. Het zijn overblijvende planten, ofwel kruidachtig, ze sterven af in de winter (de meeste gematigde soorten) of ze zijn wintergroen (sommige tropische soorten, en de gematigde soorten Equisetum hyemale, E. scirpoides, E. variegatum en E. ramosissimum). Ze worden meestal 0,2-1,5 m hoog, hoewel E. telmateia uitzonderlijk 2,5 m kan worden, en de tropische Amerikaanse soorten E. giganteum 5 m, en E. myriochaetum 8 m.
Bij deze planten zijn de bladeren zeer klein, in kransen die samengevoegd zijn tot mantels rond de stengel. De stengels zijn groen en fotosynthetisch, en onderscheiden zich ook door hun holheid, hun vergroeiing en hun ribben, gewoonlijk 6-40 ribben. Op de knopen kunnen zich al dan niet kransen van takken bevinden; indien aanwezig, zijn deze takken identiek aan de hoofdstengel, maar kleiner.
Een oppervlakkig gelijkende bloeiende plant (Hippuris, "paardenstaart", in de familie Plantaginaceae), die geen verwant is aan het geslacht Equisetum, wordt soms ten onrechte als heermoes geïdentificeerd.
Het bloeiende plantengeslacht Hippuris is niet verwant aan Equisetum, maar lijkt er genoeg op dat het soms ten onrechte met Equisetum wordt vereenzelvigd.
Vragen en antwoorden
V: Wat zijn paardenstaarten?
A: Paardestaarten zijn een klasse planten uit de varenfamilie.
V: In welk tijdperk waren paardenstaarten een van de belangrijkste plantengroepen?
A: Paardestaarten waren een van de belangrijkste plantengroepen in het Paleozoïcum.
V: Wat domineerde paardenstaarten in de bossen van het late Paleozoïcum?
A: Paardestaarten domineerden de onderlaag van de bossen in het late Paleozoïcum.
V: In welke periode komen paardenstaarten voor in de steenkoollagen?
A: Paardestaarten komen voor in de steenkoollagen van het Carboon.
V: Hoe hoog kunnen sommige paardenstaarten worden?
A: Sommige heermoesbomen kunnen wel 30 meter hoog worden.
V: Hoe planten paardenstaarten zich voort?
A: Heermoes plant zich voort door sporen en niet door zaden.
V: Waarom worden paardenstaarten zo genoemd?
A: Paardestaarten worden zo genoemd omdat de vertakte soorten een beetje op een paardenstaart lijken.