Transfectie
Transfectie is het proces waarbij opzettelijk DNA of RNA in cellen wordt gebracht. Het woord wordt gevormd uit transformatie en infectie. De term wordt gebruikt voor:
- Transformatie van bacteriële cellen met virale nucleïnezuren
- Transformatie van dierlijke cellen in weefselcultuur met gezuiverd DNA. Het DNA wordt toegevoegd aan het genoom van de cellen.
- Transformatie van cellen of embryo's met enkelstrengs of dubbelstrengs RNA. Dit veroorzaakt de opbouw van bepaalde eiwitten, of het uitschakelen van bepaalde genen.
- Gentherapie met een gemodificeerd virus als vector.
Transfectie kan resulteren in onverwachte morfologieën en afwijkingen in de doelcellen. Transfectie met RNA-moleculen veroorzaakt veranderingen die niet permanent langs een lijn cellen kunnen worden overgedragen.
DNA constructen
Een DNA-construct is een kunstmatig geconstrueerd stukje nucleïnezuur dat in een doelweefsel of doelcel zal worden "getransplanteerd". Het kan een DNA-insert bevatten, die de gensequentie bevat die codeert voor een eiwit van belang.
Het DNA-insert is het hart van de vector in de moleculaire biologie. Dit is een algemene term voor een middel dat wordt gebruikt om vreemd genetisch materiaal in een andere cel over te brengen. Bij de transfectie van dierlijke cellen worden gewoonlijk tijdelijke poriën (gaatjes) in het celmembraan geopend, zodat de cellen de vector kunnen opnemen.
Vragen en antwoorden
V: Wat is transfectie?
A: Transfectie is het proces van het opzettelijk introduceren van DNA of RNA in cellen.
V: Hoe wordt de term "transfectie" gevormd?
A: De term "transfectie" wordt gevormd uit de woorden "transformatie" en "infectie".
V: Wat zijn de verschillende soorten transfectie?
A: De verschillende soorten transfectie omvatten: transformatie van bacteriële cellen met virale nucleïnezuren, transformatie van dierlijke cellen in weefselkweek met gezuiverd DNA, transformatie van cellen of embryo's met enkel- of dubbelstrengs RNA, en gentherapie waarbij een gemodificeerd virus als vector wordt gebruikt.
V: Wat gebeurt er wanneer DNA aan het genoom van de cellen wordt toegevoegd tijdens transfectie?
A: Als er tijdens de transfectie DNA aan het genoom van de cellen wordt toegevoegd, kan dat leiden tot de vorming van bepaalde eiwitten of het uitschakelen van bepaalde genen.
V: Kunnen veranderingen die worden veroorzaakt door transfectie met RNA-moleculen permanent worden doorgegeven via een cellijn?
A: Nee, veranderingen die veroorzaakt worden door transfectie met RNA-moleculen kunnen niet permanent doorgegeven worden in een cellijn.
V: Waar kan transfectie toe leiden?
A: Transfectie kan resulteren in onverwachte morfologieën en afwijkingen in de doelcellen.
V: Wat is het doel van gentherapie waarbij een gemodificeerd virus als vector wordt gebruikt?
A: Het doel van gentherapie met een gemodificeerd virus als vector is om nieuwe, functionele genen te introduceren in het genoom van een individu met een genetische ziekte, in de hoop de ziekte te corrigeren of te behandelen.