Wartburg Kasteel

Geschiedenis

De fundering van het kasteel werd rond 1068 gelegd door de Thüringse graaf van Schauenburg, Lodewijk de Springer. Hij was een familielid van de graven van Rieneck in Franken. Samen met zijn grotere zusterslot Neuenberg in het huidige Freyburg beschermde de Wartburg de grenzen van zijn gebieden.

Het kasteel (Burg in het Duits) kreeg zijn naam naar verluidt toen zijn stichter voor het eerst de heuvel zag waar het kasteel nu staat; hij zou hebben gezegd: "Warte, Berg -- du sollst mir eine Burg tragen! "("Wacht, berg - jij zult voor mij een kasteel dragen!"). Het is een Duitse woordspeling op berg (Berg) en burcht (Burg).

De Wartburg bleef de zetel van de Thüringer landgraven tot 1440, en rond 1207 werd het de plaats van de Sängerkrieg, oftewel het Minstrelenconcours. Later schreef Richard Wagner de opera Tannhäuser over deze wedstrijd.

Op vierjarige leeftijd werd de heilige Elisabeth van Hongarije door haar moeder naar de Wartburg gestuurd om opgevoed te worden tot echtgenote van Ludwig IV van Thüringen. Van 1211 tot 1228 woonde ze daar en deed liefdadigheidswerk. Toen haar man in 1227 overleed, verhuisde ze naar Marburg. Ze stierf op 24-jarige leeftijd en werd later door de Rooms-Katholieke Kerk heilig verklaard.

Van mei 1521 tot maart 1522 verbleef Maarten Luther op het kasteel, nadat Frederik de Wijze hem voor zijn veiligheid daarheen had laten brengen. Dit was na Luthers excommunicatie door paus Leo X en zijn weigering om zijn geloof op te geven op de Landdag van Worms. In die tijd vertaalde Luther het Nieuwe Testament in het Duits. Het was niet de eerste Duitse vertaling van de Bijbel, maar het werd de bekendste en meest gebruikte.

Van 1540 tot zijn dood in 1548 werd Fritz Erbe, een doperse boer uit Herda, gevangen gehouden in de kerker van de zuidelijke toren, omdat hij weigerde zijn geloof op te geven. Na zijn dood werd hij begraven in de Wartburg bij de kapel van St. Elisabeth.

Op 18 oktober 1817 vond het eerste Wartburgfeest plaats. Ongeveer 450 studenten, leden van de Duitse Burschenschaften ("broederschappen"), vierden de vier jaar eerder behaalde Duitse overwinning op Napoleon, veroordeelden het conservatisme en riepen op tot Duitse eenheid. Stukjes perkament met de titels van conservatieve boeken werden verbrand, omdat de echte boeken erg duur waren. Deze gebeurtenis en soortgelijke bijeenkomsten op de Wartburg tijdens de revoluties van 1848 worden beschouwd als belangrijke gebeurtenissen in de beweging voor Duitse eenwording.

De gebouwen

Het kasteel is vele malen gerestaureerd. Van 1952 tot 1966 heeft de Oost-Duitse regering het bijvoorbeeld gerestaureerd zoals het er in de 16e eeuw uitzag.

Het Romaanse Palas (Landgrafenhaus of Grote Zaal) is het oudste deel van de gebouwen. Naast de kapel bevinden zich hier de Sängersaal en de Festsaal, beide met fresco's van Moritz von Schwind.

Een deel van het paleis is het oorspronkelijke kasteel zoals het was tussen 1157 en 1170.

De kasteelpoort achter de ophaalbrug is de enige toegang tot het kasteel, en hij is precies zo gebleven als toen hij werd gebouwd.

Het Ridderhuis aan de westkant van de ophaalbrug is uit de 15e eeuw. Waarschijnlijk woonden hier de bedienden en bewakers.

Er zijn twee torens, de zuidelijke toren (gemaakt in 1318) en de bergfried (voltooid in 1859).

Legacy

Al eeuwenlang maken veel mensen uit Duitsland en daarbuiten een bedevaart naar de Wartburg. Zij doen dit vanwege de betekenis ervan in de Duitse geschiedenis en in de ontwikkeling van het christendom. Verschillende plaatsen (vooral Amerikaanse steden die door Lutheranen zijn gesticht) en een plaatselijk automerk zijn naar de Wartburg genoemd. Wartburg College in Iowa, VS, is vernoemd naar de Wartburg omdat Martin Luther bescherming kreeg op het kasteel, en vanwege het Thüringer erfgoed van het college.