Sprachbund
Een sprachbund is een groep talen die in hetzelfde gebied worden gesproken. Ze lijken op elkaar omdat de sprekers dicht bij elkaar wonen. Ze communiceren voortdurend met elkaar. Omdat de overeenkomsten in de talen zich ontwikkelen, lijken ze soms in dezelfde taalfamilie te zitten.
In India bijvoorbeeld, waar honderden of duizenden talen en dialecten worden gesproken, nemen de talen vaak vergelijkbare grammaticale structuren, woordenschat en klanken over. Indianen communiceren vaak met mensen die een andere eerste taal hebben dan zijzelf.
In Oost-Azië, sinds China het schrijven heeft geïntroduceerd in de nabijgelegen landen, met name Japan, Korea en Vietnam. Dit gebied wordt de sinosfeer genoemd, of de Chinese invloedssfeer. Niet alleen hebben sprekers van Oost-Aziatische talen leren schrijven met Chinese karakters, maar ze hebben ook veel leenwoorden uit het Chinees geleend.
Vroeger geloofden taalkundigen dat talen als Japans, Koreaans, Mongools, Turks en Fins deel uitmaakten van de Altaïsche taalfamilie. Dit was vanwege vergelijkbare kenmerken als SVO (subject-verb-object) woordvolgorde en agglutinerende grammatica. De meeste taalkundigen geloven echter niet meer dat de Altaïsche taalfamilie ooit heeft bestaan. De talen zijn in de loop van de tijd meer op elkaar gaan lijken, terwijl de meeste verwante talen in de loop van de tijd meer van elkaar verschillen. Het is mogelijk dat deze talen deel uitmaken van een sprachbund.
Vragen en antwoorden
V: Wat is een sprachbundel?
A: Een sprachbund is een groep talen die in hetzelfde gebied worden gesproken en die op elkaar gaan lijken doordat de sprekers dicht bij elkaar wonen en voortdurend met elkaar communiceren.
V: Wat is een voorbeeld van een sprachbundel?
A: Een voorbeeld van een sprachbund is India, waar honderden of duizenden talen en dialecten worden gesproken, die vaak vergelijkbare grammaticastructuren, woordenschat en klanken hebben.
V: Wat is de sinosfeer?
A: De sinosfeer, ook bekend als de Chinese invloedssfeer, verwijst naar Oost-Azië waar China het schrift introduceerde in nabijgelegen landen als Japan, Korea en Vietnam.
V: Hoe zijn de Oost-Aziatische talen meer op elkaar gaan lijken?
A: Oost-Aziatische talen gingen in de loop der tijd meer op elkaar lijken doordat de sprekers leerden schrijven met Chinese karakters en veel leenwoorden uit het Chinees leenden.
V: Werd ooit gedacht dat bepaalde talen deel uitmaakten van de Altaïsche taalfamilie?
A: Ja, men dacht ooit dat bepaalde talen zoals Japans, Koreaans, Mongools, Turks en Fins deel uitmaakten van de Altaïsche taalfamilie, omdat zij kenmerken als SVO (onderwerp-werkwoord-voorwerp) woordvolgorde en agglutinerende grammatica deelden.
V: Geloven de meeste taalkundigen dit nog steeds?
A: Nee, de meeste taalkundigen geloven niet meer dat de Altaïsche taalfamilie ooit heeft bestaan, omdat deze talen in de loop der tijd meer op elkaar zijn gaan lijken, terwijl de meeste verwante talen in de loop der tijd meer van elkaar zijn gaan verschillen. Het is mogelijk dat deze talen in plaats daarvan deel uitmaken van een sprachbund.