Aardappel
De aardappel is een knolgewas, de Solanum tuberosum. Het is een kleine plant met grote bladeren. Het deel van de aardappel dat mensen eten is een knol die onder de grond groeit.
Een aardappel bevat veel zetmeel en andere koolhydraten. De aardappel heeft meestal een lichtbruine of gelige schil en is van binnen wit of geel. Als er licht op de aardappel komt, wordt de knol groen en is hij giftig.
1. Spruit 2. Slapende knop 3. Peridermis 4. Cortex 5. Vasculaire ring 6. Perimedulla 7. Buitenste merg
Geschiedenis
De aardappel komt oorspronkelijk uit de hoge en koele gebieden van het Andesgebergte. Hij werd duizenden jaren geleden geteeld als voedingsgewas. Toen de Spaanse conquistadores in de jaren 1500 naar Zuid-Amerika kwamen, namen zij aardappelen mee terug naar Europa.
Het duurde bijna 200 jaar voordat de aardappel een op grote schaal geteeld gewas werd. In de jaren 1780 begonnen de boeren in Ierland aardappelen te verbouwen omdat ze goed groeiden op de arme grond. Ze bevatten ook de meeste vitaminen die mensen nodig hebben om te leven. Toen een aardappelplaag in 1845 de oogst vernietigde, stierven veel mensen aan de Ierse aardappelpest.
De aardappelplant wordt nu in veel verschillende delen van de wereld geteeld. Kapitein William Bligh plantte in 1792 aardappelen op Bruny Island, Tasmanië. In Australië zijn ze nu het grootste groentegewas.
Naam oorsprong
Het Engelse woord "potato" komt van het Spaanse woord "patata".
Types
- Yukon Gold - ontwikkeld in Canada
- Norgleam
- Bismark
- Coliban
- Russet
- Pontiac
- Sequoia
- Desiree - crèmekleurig vlees, rode huid
- Bintje
- Iers geteeld
Wetenschappers in Duitsland hebben genetische manipulatie gebruikt om een aardappel te maken, de Amflora, die zou kunnen worden geteeld om zetmeel te maken voor het maken van andere dingen in fabrieken.
Koken
Aardappelen worden bijna altijd gekookt gegeten. Men kookt aardappelen door ze te koken, bakken, roosteren of frituren. Frieten of "chips" zijn aardappelen die in lange stukken worden gesneden en gebakken tot ze zacht zijn. Aardappelchips, vaak chips genoemd, zijn aardappelen die in zeer dunne ronde stukjes worden gesneden en gefrituurd tot ze hard zijn.
William Shakespeare schreef dat de aardappel een afrodisiacum was, maar er is geen bewijs dat dit waar is.
afbeelding door Clusius (1583)