Pablo Picasso | Spaanse schilder en beeldhouwer

Kinderjaren

Pablo Picasso werd geboren op 25 oktober 1881 in Málaga, Spanje. Zijn vader was de schilder en leraar José Ruiz Blasco en zijn moeder was María Picasso López. Tot 1898 ondertekende hij zijn schilderijen met de namen van zijn vader en zijn moeder. Na ongeveer 1901 gebruikte hij alleen nog de naam van zijn moeder. Op achtjarige leeftijd maakte Picasso zijn eerste olieverfschilderij, genaamd "De Picador". In 1891 verhuisde Pablo met zijn familie naar Noord-Spanje, waar zijn vader les gaf aan het Instituto da Guarda. Een jaar later studeerde Pablo aan dit instituut. Pablo's vader was toen zijn leraar. In 1896 ging hij naar de kunstacademie in Barcelona nadat hij was geslaagd voor het toelatingsexamen. Een jaar later, in 1897, ging Picasso studeren aan de Academia San Fernando in Madrid. In 1898 verliet hij de academie en ging uitrusten in Horta de Ebro. In 1900 publiceerde hij zijn eerste illustraties in een krant in Barcelona. Deze tentoonstelling telde meer dan 60 portretten.

 

Begin van de carrière

Picasso reisde voor het eerst naar Parijs in 1900. In Parijs woonde hij samen met Max Jacob, een dichter en journalist. Als Max overdag werkte, sliep Pablo en als Max 's nachts sliep, werkte Pablo. Picasso moest zijn schilderijen verbranden om zich warm te houden. Lovers in the Street en Moulin de la Galette zijn voorbeelden van zijn Parijse werk uit deze tijd. Beide schilderijen werden geschilderd in 1900.

In 1901 ging hij terug naar Madrid waar hij werkte voor de krant Arte Joven. Hij was verantwoordelijk voor illustraties. In deze tijd verkortte hij zijn handtekening van "Pablo Ruiz y Picasso" tot "Picasso". In deze tijd begon zijn zogenaamde Blauwe Periode. De twee schilderijen uit 1903, De soep en Gehurkte vrouw, zijn daar voorbeelden van. Zijn Blauwe Periode eindigde in 1904 toen hij zich in Parijs vestigde.

In 1905 maakte Picasso een reis naar Nederland. In hetzelfde jaar begon Pablo's "Rosa Periode". In deze periode schilderde Picasso vooral circusartiesten. Het meisje dat op een bal balanceert en De acteur zijn twee vroege schilderijen uit deze periode. Deze periode duurde tot 1907.

Picasso's kubistische periode begon in 1909 en eindigde rond 1912. Deze periode werd geïnspireerd door de Franse schilder Paul Cézanne. Deze periode wordt kubisme genoemd vanwege het gebruik van kubussen en andere vormen. In deze periode schilderde Picasso muziekinstrumenten, stillevens en ook zijn vrienden.

Picasso had zijn eerste tentoonstelling in de Verenigde Staten in 1911. Een jaar later, in 1912, had hij zijn eerste tentoonstelling in Groot-Brittannië. Pablo's vader stierf in mei 1913.

 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog

Van 1912 tot 1919 was Picasso's zogenaamde Synthetische Kubisme-periode. In deze periode begon hij collages te gebruiken in zijn schilderijen. Zijn werken uit deze tijd worden papiers collés genoemd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij in Rome. In 1914 bracht Picasso de hele zomer door in Avignon. In 1915 begon hij weer realistisch te schilderen. Eind 1915 overleed zijn vrouw Eva. Tijdens de wereldoorlog werkte hij ook als ontwerper voor Sergej Diaghilev.

In 1917 ontmoette Picasso Olga Koklova, een Russische danseres. In hetzelfde jaar schilderde hij verschillende realistische portretten van haar en hun vrienden. Een jaar later trouwde hij met haar. De laatste zomer van de oorlogstijd brachten Picasso en zijn vrouw door in Barcelona en Biarritz.

 

Na de Eerste Wereldoorlog

In 1921 werd Picasso's zoon Paul geboren. Hierna maakte hij verschillende schilderijen met zijn vrouw en zijn zoon. Paul was Picasso's enige wettige zoon (enige zoon geboren uit een vrouw waarmee hij was getrouwd). In 1925 stond zijn kunst op de eerste Surrealistische tentoonstelling in Parijs. Tussen 1924 en 1926 schilderde Picasso bij voorkeur abstracte stillevens. In 1927 ontmoette hij Marie-Thérèse Walter. Zij werd zijn model en minnares. In 1928 begon hij beeldhouwwerken te maken. In 1931 verliet hij zijn vrouw en verhuisde met zijn minnares naar Boisgeloup. Daar woonden ze in een landhuis. Daar had Picasso een kamer voor alleen zijn beeldhouwwerken. Sinds 1932 gebruikte hij Marie-Thérèse als model. Tijdens een reis in Spanje begon hij stierengevechten te schilderen. In 1935 werd Picasso's dochter Maïa geboren. In die tijd scheidde hij van zijn vrouw vanwege de geboorte van Maïa. In 1936 kreeg Picasso een baan als directeur van het Prado-Museum in Madrid. In die tijd begon de Spaanse Burgeroorlog. Op 26 april 1937 vielen Duitse bommen op Guernica in Spanje. Picasso gebruikte deze inslag om een van zijn beroemdste schilderijen te schilderen, Guernica. Dit schilderij werd in ongeveer 2 maanden voltooid. Het werd voor het eerst getoond in het Spaanse Paviljoen in Parijs in 1937.

 
Het schilderij Guernica van Pablo Picasso (1937) op een muur  

Tijdens de Tweede Wereldoorlog

In 1938 stierf Picasso's moeder. Toen op 1 september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, keerde Picasso terug naar Parijs. Rond 1943 ontmoette hij de schilderes Françoise Gilot. Zij schonk hem een zoon en een dochter. In 1941 schreef hij zijn eerste toneelstuk "Le désir attrapé par la queue" (Engels: Desire Caught by the Tail). Het werd voor het eerst vertoond in 1944. Ook in 1944 werd Picasso lid van de communistische partij. Picasso bracht bijna de hele oorlogstijd in Parijs door.

 

Na de Tweede Wereldoorlog

Deze sectie is leeg. U kunt helpen door het aan te vullen. (Oktober 2019)

 

Dood

Op 8 april 1973 overleed Pablo Picasso op 91-jarige leeftijd aan een hartstilstand in Mougins, Frankrijk.