Protisten
Protisten zijn eencellige eukaryoten (dat zijn organismen met een kern). De term Protista werd voor het eerst gebruikt door Ernst Haeckel in 1866. De protisten zijn geen natuurlijke groep, of clade, omdat ze geen gemeenschappelijke oorsprong hebben. Net als algen of ongewervelde dieren worden ze vaak voor het gemak gegroepeerd.
De term "protisten" omvat ook micro-organismen uit verschillende ververwante phyla. Sommige zijn autotroof (wat betekent dat ze hun eigen voedsel maken door middel van fotosynthese), en andere zijn heterotroof (wat betekent dat ze organisch materiaal eten).
De meeste protisten zijn erg klein. Ze bestaan uit één of hooguit enkele cellen - ze zijn microscopisch klein en meestal onzichtbaar voor het blote oog. Sommige algen zijn protisten, als ze eencellige zijn. Veel protisten maken deel uit van het plankton en zijn erg belangrijk voor het ecosysteem. De cellen die in protisten worden gevonden kunnen zeer complex zijn en worden vaak weinig begrepen. Het is nu mogelijk om DNA-sequencing te doen, en een aantal protisten zijn geanalyseerd. De resultaten laten zien dat de Protista geen monofyletische groep is. Het is parafyletisch, en geen enkele clade. De taxonomie van de Protista is daarom nogal verward.
Sommige protisten veroorzaken ziektes. Plasmodium falciparum veroorzaakt malaria; slaapziekte wordt ook veroorzaakt door een protiste.
Een voorbeeld van een eencellige organisme in het protistenrijk is het Paramecium of "pantoffeldier". De Paramecium beweegt met behulp van zijn kleine, haarachtige vezels, cilia genaamd, en eet met behulp van de cilia om het voedsel in zijn voedselzuiger te vegen. Andere protisten kunnen amoeben zijn, die bewegen door het uitbreiden van pseudopods en het stromen in hen, of het stromen rond voedseldeeltjes en het overspoelen van hen.
Verschillende soorten protisten: . Linksboven: rode algen, bruine algen, ciliate, gouden algen, Foraminifera; parasitaire flagellate; pathogene amoebe; amoebozoënslijm schimmel.
Oorsprong en taxonomie
Protisten zijn geen monofiele clade. De term is een handige greep voor ongeveer 20 verschillende soorten eencellige eukaryoten. Ze verschillen in hun celorganellen, gespecialiseerde eenheden die goed gedefinieerde functies uitvoeren, zoals mitochondriën en plastiden. Dit bewijst dat ze op verschillende manieren de overgang hebben gemaakt van prokaryoten. Het is nu vrij duidelijk dat alle of de meeste van deze organellen hun oorsprong vinden in ooit onafhankelijke prokaryoten (bacteriën of archaea), en dat de eukaryote cel een 'gemeenschap van micro-organismen' is die samenwerkt in 'een schijnhuwelijk'. Toegegeven, de Protista is een verzameling van ongelijksoortige eencellige vormen, maar terwijl een meer verfijnde taxonomie in beweging is (verandert), is Protista nog steeds een bruikbare term.