Chemisch element

Een chemisch element is een stof die slechts één soort atoom bevat. Als een stof meer dan één soort atoom bevat, is het een verbinding. Een element kan een vast, vloeibaar of gasvormig element zijn. Het kleinste deeltje van zo'n element is een atoom. Atomen bestaan uit protonen, neutronen en elektronen.

Elk element bevat slechts één soort atoom. Het aantal protonen in een atoom wordt het atoomnummer genoemd. Bijvoorbeeld, alle atomen met 6 protonen zijn van het chemische element koolstof, en alle atomen met 92 protonen zijn van het element uranium.

Het aantal protonen in de kern veroorzaakt zijn elektrische lading. Dit stelt het aantal elektronen in zijn normale (geüniformeerde) toestand vast. De elektronen in hun atoombaan bepalen de verschillende chemische eigenschappen van het atoom.

Elementen zijn de basisbouwstenen voor alle soorten stoffen. Wanneer ze met elkaar gecombineerd worden, kunnen ze moleculen vormen.

118 verschillende chemische elementen zijn bekend bij de moderne chemie. 92 van deze elementen zijn te vinden in de natuur, en de andere kunnen alleen in laboratoria worden gemaakt. Het menselijk lichaam bestaat uit 26 elementen. Het laatste natuurlijke element dat ontdekt werd, was uranium, in 1789. Het eerste door de mens gemaakte element was technetium, in 1937.

Chemische elementen worden meestal gerangschikt in het periodiek systeem. Waar de elementen op de tabel staan vertelt ons over hun eigenschappen ten opzichte van de andere elementen.

Het element zwavel heeft een kristallijne structuurZoom
Het element zwavel heeft een kristallijne structuur

Broom is een van de twee elementen die vloeibaar zijn, bij 25°C. Het andere is MercuriusZoom
Broom is een van de twee elementen die vloeibaar zijn, bij 25°C. Het andere is Mercurius

Chemische symbolen

Chemische elementen krijgen ook een uniek chemisch symbool. Chemische symbolen worden over de hele wereld gebruikt. Dit betekent dat, ongeacht de taal die wordt gesproken, er geen verwarring bestaat over wat het symbool betekent. Chemische symbolen van elementen komen van hun Engelse of Latijnse naam. Zo heeft koolstof het chemische symbool 'C' en natrium het chemische symbool 'Na', naar het Latijnse natrium. Wolfraam wordt 'W' genoemd naar zijn Duitse naam, wolfraam. Au' is het symbool voor goud en komt van het Latijnse woord voor goud, aurum. Een ander symbool dat van het Latijn komt is 'Ag'. Dit is het element zilver en het komt van het Latijnse argentum. Het symbool van lood, 'Pb', komt van het Latijnse plumbum en het Engelse woord loodgieter is hiervan afgeleid, omdat de pijpen vroeger van lood waren gemaakt. Enkele meer recentelijk ontdekte elementen zijn naar beroemde mensen vernoemd, zoals einsteinium, dat naar Albert Einstein is vernoemd.

Samenstellingen

Elementen kunnen samenkomen (reageren) om zuivere verbindingen te vormen (zoals water, zouten, oxiden en organische verbindingen). In veel gevallen hebben deze verbindingen een vaste samenstelling en een eigen structuur en eigenschappen. De eigenschappen van de verbinding kunnen sterk verschillen van de elementen waaruit ze is opgebouwd. Natrium is een metaal dat verbrandt wanneer het in water wordt gezet en chloor is een giftig gas. Wanneer ze samen reageren maken ze natriumchloride (zout) dat onschadelijk en eetbaar is.

Mengsels

Sommige elementen vermengen zich in elke verhouding tot nieuwe structuren. Dergelijke nieuwe structuren zijn geen verbindingen. Ze worden mengsels genoemd of, wanneer de elementen metalen zijn, legeringen.

Isotopen

De meeste elementen in de natuur bestaan uit atomen met verschillende aantallen neutronen. Een isotoop is een vorm van een element met een bepaald aantal neutronen. Zo heeft koolstof twee stabiele, natuurlijk voorkomende isotopen: koolstof-12 (6 neutronen) en koolstof-13 (7 neutronen). Koolstof-14 (8 neutronen) is een natuurlijk voorkomende radioactieve isotoop van koolstof. Van elk element, behalve van Ununoctium, zijn ten minste twee isotopen bekend.


Classificatie

Elementen kunnen worden geclassificeerd op basis van fysieke toestanden. Bij kamertemperatuur en -druk zijn de meeste elementen vaste stoffen, slechts 11 zijn gassen en 2 zijn vloeistoffen.

Elementen kunnen ook worden ingedeeld in metalen en niet-metalen. Er zijn veel meer metalen dan niet-metalen.

Enkele elementen hebben echter eigenschappen tussen die van metalen en niet-metalen. Deze elementen worden semimetalen (of metalloïden) genoemd.

Gerelateerde pagina's

Vragen en antwoorden

V: Wat is een chemisch element?


A: Een chemisch element is een stof die slechts uit één soort atoom bestaat.

V: Waaruit bestaan atomen?


A: Atomen bestaan uit protonen, neutronen en elektronen.

V: Wat bepaalt het aantal protonen in een atoom?


A: Het aantal protonen in een atoom wordt het atoomnummer genoemd.

V: Hoeveel verschillende elementen kent de moderne scheikunde?


A: De moderne scheikunde kent 118 verschillende chemische elementen.

V: Hoeveel natuurlijke elementen zijn er in de natuur te vinden?


A: 92 van deze elementen komen in de natuur voor.


V: Wanneer werd het laatste natuurlijke element ontdekt?


A: Het laatst ontdekte natuurlijke element was uranium, in 1789.

V: Hoe helpt het periodiek systeem ons de eigenschappen tussen de elementen te begrijpen?


A: Waar de elementen in de tabel staan, vertelt ons iets over hun eigenschappen ten opzichte van de andere elementen.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3