Cornel West

Cornel Ronald West (geboren 2 juni 1953) is een Amerikaans filosoof, schrijver, criticus, acteur en burgerrechtenactivist. Hij is lid van de Democratic Socialists of America. West is universiteitsprofessor aan de Universiteit van Princeton, Class of 1943. Hij doceert in het Centrum voor Afro-Amerikaanse Studies en in het Departement Religie. West staat bekend om zijn combinatie van politiek en moreel inzicht en kritiek en zijn bijdrage aan de burgerrechtenbeweging na 1960. Veel van Wests werk richt zich op de rol van ras, geslacht en klasse in de Amerikaanse samenleving en de manier waarop mensen handelen en reageren op hun "radicale geconditioneerdheid". West put intellectuele bijdragen uit zulke uiteenlopende tradities als de African American Baptist Church, het pragmatisme en het transcendentalisme.

Vroege leven

West werd geboren in Tulsa, Oklahoma, en groeide op in Sacramento, Californië, waar zijn vader aannemer was voor het Ministerie van Defensie en zijn moeder lerares en directrice. De Irene B. West Elementary School in Elk Grove, Californië, is naar haar vernoemd. Toen West student was, liep hij mee in demonstraties voor burgerrechten. Als klassenvoorzitter op zijn middelbare school organiseerde West protesten om zwarte studies te eisen. Later schreef hij dat hij in zijn jeugd bewondering had voor "de oprechte zwarte strijdbaarheid van Malcolm X, de uitdagende woede van de Black Panther Party [...] en de levendige zwarte theologie van James Cone". In 1970 studeerde West af aan de John F. Kennedy High School. Hij schreef zich in aan de Harvard University en volgde lessen bij de filosofen Robert Nozick en Stanley Cavell. In 1973 studeerde hij cum laude af in Talen en Beschaving van het Nabije Oosten. "Dankzij mijn familie, de kerk en de zwarte sociale bewegingen van de jaren '60", zegt hij, "kwam ik op Harvard aan zonder mij te schamen voor mijn Afrikaanse, christelijke en militante gekoloniseerde opvattingen. Meer in het bijzonder erkende en benadrukte ik de kracht van mijn zwarte stijlen, maniertjes en standpunten, mijn christelijke waarden van dienstbaarheid, liefde, nederigheid en strijd, en mijn antikoloniale gevoel van zelfbeschikking voor onderdrukte mensen en naties over de hele wereld."

Carrière

Ph.D en andere graden

In 1980 promoveerde hij aan Princeton, waar hij beïnvloed werd door het pragmatisme van Richard Rorty. De titel van zijn proefschrift was Ethics, historicism and the Marxist tradition, dat later werd herzien en gepubliceerd onder de titel The Ethical Dimensions of Marxist Thought.

Halverwege zijn twintiger jaren keerde hij terug naar Harvard als W.E.B. Du Bois Fellow voordat hij assistent-professor werd aan Union Theological Seminary in de stad New York. In 1985 ging hij werken aan de Yale Divinity School in wat uiteindelijk een gezamenlijke aanstelling in American Studies werd. Toen hij op Yale zat, nam hij deel aan de campusprotesten voor een vakbond van geestelijken en voor het afstoten van de apartheid van Zuid-Afrika. Bij een van de protesten werd hij gearresteerd en gevangen gezet. Als straf annuleerde de universiteitsadministratie zijn verlof voor de lente van 1987, waardoor hij van Yale in New Haven, Connecticut, waar hij twee colleges gaf, over de Atlantische Oceaan naar de Universiteit van Parijs pendelde.

Daarna keerde hij terug naar Union en gaf een jaar les aan het Haverford College in Pennsylvania voordat hij naar Princeton ging om hoogleraar godsdienst en directeur van het programma voor Afro-Amerikaanse studies te worden (1988-94). Hij werkte samen met romanschrijfster Toni Morrison om het Princeton-programma te verbeteren.

In 1994 aanvaardde West een aanstelling als Professor in Afro-Amerikaanse Studies aan de Harvard Universiteit, met een gezamenlijke aanstelling aan de Harvard Divinity School. West doceerde een van de populairste cursussen van de universiteit, een inleidende cursus over Afro-Amerikaanse studies. In 1998 werd hij benoemd tot de eerste Alphonse Fletcher University Professor. Dit professoraat stelde West in staat om zowel Afro-Amerikaanse studies als Godgeleerdheid, Religie en Filosofie te doceren.

In 2001 keerde West, na een ruzie met Harvard-president Lawrence Summers, terug naar Princeton, waar hij sindsdien doceert.

Hij ontving meer dan 20 eredoctoraten en een American Book Award en is al lange tijd lid van de Democratic Socialists of America, waarvan hij nu erevoorzitter is. Hij is ook medevoorzitter van de Tikkun-gemeenschap en het Netwerk van Spirituele Progressieven. West zit o.a. in de Raad van Bestuur van de International Bridges to Justice. West is ook veelgevraagd als spreker, blurb-schrijver, en erevoorzitter.

Critici, met name Leon Wieseltier, literair redacteur bij The New Republic, hebben hem beschuldigd van opportunisme, onbehouwen showmanschap en een gebrek aan wetenschappelijke ernst.

West blijft een veel geciteerd geleerde in de populaire pers in Afro-Amerikaanse Studies en Studies van Zwarte Theologie.

West is lid van de Alpha Phi Alpha broederschap. Hij is lid van de World Policy Council van de broederschap, een denktank die tot doel heeft de betrokkenheid van Alpha Phi Alpha bij politiek en sociaal en actueel beleid uit te breiden tot internationale aangelegenheden.

Entertainment carrière

West komt voor in zowel The Matrix Reloaded als The Matrix Revolutions als Councilor West, die zitting heeft in de raad van Zion. Wests personage adviseert dat "begrip geen vereiste is voor samenwerking". Daarnaast geeft West filosofisch commentaar bij alle drie de Matrix-films in The Ultimate Matrix Collection, samen met integraal theoreticus Ken Wilber.

Cornel West is ook verscheidene malen te zien geweest in documentaire films, zoals in 2008 in de film Examined Life, een documentaire waarin verschillende academici filosofie bespreken in een realistische context. West, "rijdend door Manhattan, ... vergelijkt filosofie met jazz en blues, en herinnert ons eraan hoe intens en verkwikkend een leven van de geest kan zijn". Hij verschijnt ook in gesprek met Bill Withers in de Bill Withers documentaire, Still Bill. West is ook regelmatig te zien in de politieke talkshow Real Time with Bill Maher.

Op muzikaal gebied nam West een voordracht op van John Mellencamps nummer "Jim Crow" voor de boxset On the Rural Route 7609 van de zanger in 2009. In 2010 voltooide hij de opnames met de Cornel West Theory, een hiphopband die door West wordt gesteund. Hij heeft ook twee hiphop/soul/spoken word-albums uitgebracht, één onder de naam "Cornel West" (getiteld Street Knowledge), de ander onder de naam "Cornel West & B.M.W.M.B." (getiteld Never Forget: A Journey of Revelations). Beide werken zijn muzikale uitingen van Wests persoonlijke politiek en overtuigingen die hij in zijn eerdere geschreven werken heeft verwoord.

Geschil met Lawrence Summers

In 2000 werd econoom en voormalig minister van Financiën van de VS Lawrence Summers president van Harvard. In een privé-ontmoeting met West zou Summers West hebben berispt omdat hij te veel colleges miste, bijdroeg tot cijferinflatie, serieuze wetenschap verwaarloosde en te veel tijd besteedde aan zijn economisch winstgevende projecten. Volgens sommigen zou Summers West hebben voorgesteld een academisch boek te schrijven (werk dat typisch is voor hoogleraren aan Harvard). West had verschillende boeken geschreven, waarvan sommige veel werden geciteerd, maar zijn recente produktie bestond hoofdzakelijk uit mede-geschreven en geredigeerde boekdelen. Volgens sommige berichten had Summers ook bezwaar tegen Wests produktie van een CD, het door critici geprezen Sketches of My Culture, en tegen zijn politieke campagnevoering. Volgens Wests boek Democracy Matters beschuldigde Summers hem er ten onrechte van dat hij in 2000 drie weken achter elkaar lessen had geannuleerd om de presidentiële campagne van Bill Bradley te promoten. West beweert dat hij tijdens zijn periode aan Harvard één college had gemist "om een toespraak te houden op een door Harvard gesponsorde conferentie over AIDS". Summers zou ook hebben gesuggereerd dat West, aangezien hij de rang van hoogleraar aan Harvard had en dus rechtstreeks aan de president rapporteerde, regelmatig met Summers zou moeten samenkomen om de voortgang van zijn academische productie te bespreken.

West beweert dat de populaire berichtgeving over de controverse de ware inzet van zijn geschil met Summers versluierde. Volgens West is Summers visie op de academische wereld in strijd met een diep democratisch engagement dat erop gericht is de academische wereld te verbinden met de samenleving in het algemeen, zodat zij haar roeping om het publiek te onderwijzen kan vervullen. Hij beweert dat de controverse met Summers een indicatie was van het feit dat "een marktgerichte technocratische cultuur het universitaire leven heeft geïnfiltreerd, waarbij het enge streven naar academische trofeeën en het genereren van inkomsten uit beurzen en zakelijke partnerschappen voorrang heeft op de fundamentele verantwoordelijkheid van het voeden van jonge geesten". Volgens West stond hij tijdens de controverse hoog aangeschreven in de academische gemeenschap, had hij "meer academische referenties dan veertien van de zeventien andere professoren van Harvard University" en "had hij bijna twee keer zoveel referenties als Summers zelf". In die tijd richtte West zich op het bereiken van een breder publiek als onderdeel van zijn poging om burgerlijke betrokkenheid aan te moedigen - vooral onder jongeren - in de hoop wat hij noemt een diep democratisch engagement nieuw leven in te blazen dat het oprukkende politieke nihilisme zou tegengaan dat volgens hem de toekomst van de Amerikaanse democratie bedreigt. Hoewel West niet ontkent hoe belangrijk het is dat academici zich bezighouden met de meer gespecialiseerde belangen van hun vakgebied, verzet hij zich met klem tegen de opvatting dat de academische wereld zich moet beperken tot die ijle belangen. Volgens hem is er voor de academische wereld en de academici een belangrijke rol weggelegd bij de bevordering van het publieke debat, een rol die zij niet kunnen spelen als professoren zich opsluiten in hun ivoren torens in plaats van zich bezig te houden met de maatschappij in het algemeen en met de saillante vraagstukken van het moment. Uiteindelijk was dit de wortel van de ruzie, volgens West.

Summers weigerde commentaar te geven op de details van zijn gesprek met West, behalve dat hij de hoop uitsprak dat West op Harvard zou blijven. Kort daarna werd West in het ziekenhuis opgenomen wegens prostaatkanker. West klaagde erover dat Summers hem pas weken na zijn operatie beterschapswensen stuurde, terwijl de pas geïnstalleerde Princeton-president Shirley Tilghman voor en na zijn behandeling veelvuldig contact met hem had opgenomen. In 2002 verliet West Harvard University om terug te keren naar Princeton. West haalde uit naar Summers in openbare interviews en noemde hem "de Ariel Sharon van het hoger onderwijs" op NPR's Tavis Smiley Show. In reactie op deze opmerkingen verklaarden vijf leden van de Princeton-faculteit, aangevoerd door professor in de moleculaire biologie Jacques Robert Fresco, dat zij zijn karakterisering van Summers "sterk afkeurden" en dat "een dergelijke analogie insinuaties en implicaties met zich meebrengt... die velen van de Princeton-faculteit hoogst ongepast, zelfs weerzinwekkend en onaanvaardbaar vinden".

De studentenkrant van Harvard University, The Harvard Crimson, suggereerde in oktober 2002 dat de premisse van Law and Order: Criminal Intent aflevering "Anti-Thesis" gebaseerd was op West's conflicten met Summers.

Geschil met President Barack Obama

West steunde publiekelijk de Democratische presidentskandidaat voor 2008, senator Barack Obama. Hij sprak tot meer dan 1000 van zijn supporters in het Apollo Theater in Harlem, N.Y.C. op 29 november 2007. Nu noemt West Obama echter een "zwarte mascotte van de oligarchen van Wall Street en een zwarte marionet van de plutocraten uit het bedrijfsleven". In een interview zei West:

Als jonge broer die opgroeit in een blanke context, briljante Afrikaanse vader, heeft hij altijd moeten vrezen een blanke te zijn met een zwarte huidskleur. Alles wat hij cultureel heeft gekend is blank.

De opmerkingen van West over president Obama hebben kritiek uitgelokt van andere Afro-Amerikanen, waaronder Melissa Harris-Perry en Al Sharpton.

West bekritiseerde president Obama toen Obama in 2009 de Nobelprijs voor de Vrede won, en zei dat het moeilijk zou zijn voor Obama om "een oorlogspresident met een vredesprijs" te zijn. West herriep zijn steun voor Obama in een interview in april 2011, waarin hij zei dat Obama slechts een "zwarte mascotte" is voor de elites van Amerika en ook "een zwarte muppet van de plutocraten van het bedrijfsleven."

Activisme

Opvattingen over ras in Amerika

West heeft de VS een "racistische patriarchale" natie genoemd waar "blanke suprematie" nog steeds het dagelijks leven bepaalt. "Blank Amerika", schrijft hij, "is historisch zwak geweest in het verzekeren van raciale rechtvaardigheid en is zich blijven verzetten tegen het volledig accepteren van de menselijkheid van zwarten." Dit heeft volgens hem geresulteerd in het ontstaan van veel "vernederde en onderdrukte mensen die hongerig zijn naar identiteit, betekenis en eigenwaarde." Professor West schrijft de meeste problemen van de zwarte gemeenschap toe aan "existentiële angst die voortkomt uit de doorleefde ervaring van ontologische wonden en emotionele littekens die zijn toegebracht door blanke suprematie geloofsovertuigingen en beelden die de Amerikaanse samenleving en cultuur doordringen".

Volgens West hebben de aanslagen van 11 september 2001 blanke Amerikanen een idee gegeven van wat het betekent om een zwarte te zijn in de Verenigde Staten - het gevoel "onveilig, onbeschermd, blootgesteld aan willekeurig geweld en haat" te zijn om wie ze zijn. "De lelijke terroristische aanslagen op onschuldige burgers op 9/11," zei hij, "dompelden het hele land onder in de blues."

Politiek

West heeft zichzelf omschreven als een "niet-marxistische socialist" (deels vanwege Marx' verzet tegen religie) en is erevoorzitter van de Democratic Socialists of America, die hij heeft omschreven als "de eerste multiraciale, socialistische organisatie die dicht genoeg bij mijn politiek staat dat ik me erbij kon aansluiten". Hij beschreef zichzelf ook als een "radicale democraat, wantrouwend tegenover alle vormen van autoriteit" in de Matrix-themedocumentaire The Burly Man Chronicles (gevonden in The Ultimate Matrix Collection).

West is van mening dat "de omverwerping van het lelijke totalitaire regime van Saddam Hoessein wenselijk was", maar dat de oorlog in Irak het resultaat was van "oneerlijke manipulatie" van de kant van de regering-Bush. Hij beweert dat de haviken van de regering-Bush "niet gewoon conservatieve elites en rechtse ideologen zijn", maar eerder "evangelische nihilisten - dronken van macht en gedreven door grootse waanideeën over de Amerikaanse overheersing van de wereld". Hij voegt eraan toe: "We beleven de trieste gangsterisering van Amerika, een ongebreidelde greep naar macht, rijkdom en status." West ziet het kapitalisme als de hoofdoorzaak van deze vermeende Amerikaanse begeerten en waarschuwt: "Het vrije-marktfundamentalisme bagatelliseert de zorg voor het algemeen belang. Het brengt angst en onzekerheid in de harten van angstige arbeiders. Het zorgt er ook voor dat door geld gedreven, door de opiniepeilingen geobsedeerde, gekozen functionarissen zich toegeeflijk opstellen ten opzichte van de winstdoelstellingen van het bedrijfsleven - vaak ten koste van het algemeen welzijn."

West was betrokken bij projecten als de "Million Man March" en de "Hip-Hop Summit" van Russell Simmons, en werkte samen met publieke figuren als Louis Farrakhan en Al Sharpton, wiens presidentiële campagne van 2004 West adviseerde.

In 2000 werkte West als senior adviseur voor de Democratische presidentskandidaat Bill Bradley. Toen Bradley in de voorverkiezingen verloor, werd West een prominent voorstander van Ralph Nader en sprak hij zelfs op enkele bijeenkomsten van Nader. Sommige Groenen probeerden West op te roepen om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap in 2004. West weigerde, vanwege zijn actieve deelname aan de campagne van Al Sharpton. West, samen met andere prominente Nader 2000 supporters, ondertekende de "Vote to Stop Bush" verklaring waarin progressieve kiezers in swing states werden opgeroepen om op John Kerry te stemmen, ondanks sterke meningsverschillen met veel van Kerry's beleid.

In april 2002 voerden West en rabbijn Michael Lerner een daad van burgerlijke ongehoorzaamheid uit bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken "uit solidariteit met lijdende Palestijnse en Israëlische broeders en zusters". West zei: "We moeten in contact blijven met de menselijkheid van beide kanten." In mei 2007 sloot West zich aan bij een demonstratie tegen "het onrecht waarmee het Palestijnse volk wordt geconfronteerd als gevolg van de Israëlische bezetting" en "om aandacht te vragen voor deze 40 jaar durende travestie van rechtvaardigheid". In 2011 riep West de Universiteit van Arizona op om afstand te doen van bedrijven die profiteren van de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden.

West is ook medevoorzitter van de Tikkun-gemeenschap. Hij was medevoorzitter van de Task Force on Parent Empowerment van de National Parenting Organization en nam deel aan de National Conversation on Race van president Clinton. Hij heeft het tijdschrift In These Times publiekelijk gesteund door het te noemen: "Het meest creatieve en uitdagende nieuwsmagazine van de Amerikaanse linkerzijde". Hij is ook redacteur voor Sojourners Magazine.

West steunt de People for the Ethical Treatment of Animals (PETA) in haar Kentucky Fried Cruelty-campagne, die erop gericht is een einde te maken aan wat PETA omschrijft als de onmenselijke behandeling van kippen door KFC. West wordt geciteerd op PETA flyers: "Hoewel de meeste mensen kippen niet zo goed kennen als katten en honden, zijn kippen interessante individuen met persoonlijkheden en interesses die net zo ontwikkeld zijn als de honden en katten met wie velen van ons ons leven delen."

In 2008 bracht West zijn inzichten in het huidige mondiale vraagstuk van gemoderniseerde slavernij en mensenhandel in in de rockumentary Call+Response.

West is lid van de Campagne voor Vrede en Democratie.

Tijdens de presidentsverkiezingen van 2016 in de Verenigde Staten was West een groot voorstander en voerde campagne voor senator Bernie Sanders van Vermont. Nadat Sanders de Democratische nominatie verloor, steunde West Jill Stein van de Groene Partij.

Gepubliceerde werken

  • Zwarte Theologie en Marxistisch Denken (1979)
  • Profeteer Bevrijding! Een Afro-Amerikaans Revolutionair Christendom (1982)
  • Profetische Fragmenten (1988)
  • De Amerikaanse ontwijking van de filosofie: A Genealogy of Pragmatism (1989)
  • Breaking Bread: Opstandig Zwart Intellectueel Leven (met bell hooks, 1991)
  • De ethische dimensies van het marxistisch denken (1991)
  • Voorbij Eurocentrisme en Multiculturalisme (1993)
  • Raszaken (1993)
  • Het geloof behouden: Filosofie en ras in Amerika (1994)
  • Joden en zwarten: Een dialoog over ras, religie en cultuur in Amerika (met rabbi Michael Lerner, 1995)
  • De toekomst van het ras (met Henry Louis Gates, Jr., 1996)
  • Restoring Hope: Gesprekken over de toekomst van zwart Amerika (1997)
  • De oorlog tegen ouders: Wat we kunnen doen voor Amerika's geplaagde moeders en vaders (met Sylvia Ann Hewlett, 1998)
  • De toekomst van het Amerikaanse progressivisme (met Roberto Unger, 1998)
  • De Afro-Amerikaanse Eeuw: Hoe zwarte Amerikanen onze eeuw hebben vormgegeven (met Henry Louis Gates, Jr., 2000)
  • Cornel West: A Critical Reader (George Yancy, editor) (2001)
  • Democratie is belangrijk: Het winnen van de strijd tegen het imperialisme (2004)
  • Commentaar op The Matrix, Matrix Reloaded en Matrix Revolutions; zie The Ultimate Matrix Collection (met Ken Wilber, 2004).
  • Post-Analytische Filosofie, geredigeerd met John Rajchman.
  • Hope On a Tightrope: Words & Wisdom (2008).
  • Brother West: Living & Loving Out Loud (2009).
  • The Rich and the Rest of Us: A Poverty Manifesto (met Tavis Smiley, 2012).
  • Pro+Agonist: The Art of Opposition (2012)

Vragen en antwoorden

V: Wie is Cornel Ronald West?


A: Cornel Ronald West is een Amerikaans filosoof, schrijver, criticus, acteur en burgerrechtenactivist.

V: Van welke politieke organisatie is Cornel Ronald West lid?


A: Cornel Ronald West is lid van de Democratic Socialists of America.

V: Wat is het beroep van Cornel Ronald West aan de Princeton Universiteit?


A: Cornel Ronald West is universiteitsprofessor van de Class of 1943 aan Princeton University. Hij geeft les in het Centrum voor Afro-Amerikaanse Studies en in het Departement Godsdienst.

V: Waar staat Cornel Ronald West om bekend?


A: Cornel Ronald West staat bekend om zijn combinatie van politiek en moreel inzicht en kritiek, en zijn bijdrage aan de burgerrechtenbeweging na 1960.

V: Wat zijn de aandachtsgebieden van veel van Wests werk?


A: Veel van Wests werk richt zich op de rol van ras, geslacht en klasse in de Amerikaanse samenleving en de middelen waarmee mensen handelen en reageren op hun "radicale geconditioneerdheid".

V: Uit welke verschillende tradities put Cornel Ronald West zijn intellectuele bijdragen?


A: Cornel Ronald West haalt intellectuele bijdragen uit verschillende tradities zoals de Afro-Amerikaanse Baptistenkerk, pragmatisme en transcendentalisme.

V: Is Cornel Ronald West gespecialiseerd in een bepaald vakgebied?


A: Cornel Ronald West is gespecialiseerd in het snijvlak van ras, geslacht en klasse in de Amerikaanse samenleving.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3